Een lange blog vandaag. Ik heb geen rekening gehouden met de aandachtspanne van de gemiddelde millenial of de voorschriften voor korte internetteksten, maar mijn brief aan PostNl aan het einde kun je in principe overslaan, want dat is vooral een samenvatting van afgelopen gebeurtenissen.
Utrechter van de week
Ik werd geïnterviewd over mijn Bucketbriefproject en kreeg de eervolle titel Utrechter van de Week. Ik heb daarover nagedacht en ik vind het echt een eer. Vandaag kon ik mijn verhaal ook vertellen aan een studente Journalistiek.
Ik was gisteren voor het grootste gedeelte van de dag in Den Haag, dus ik heb nog weinig kunnen doen in mijn Utrechtse week.
Maar daar moet ik nog iets mee. Ik heb tenslotte zeven dagen de mogelijkheid mijn brieven op een andere manier af te sluiten. Ten eerste een brief naar de burgemeester van Utrecht. Die heeft vast nog een nuttige klus liggen. Ik stuur hem een handgeschreven brief. Een ode aan Utrecht. Hieronder een weergave:
Hoogedelachtbare heer J. van Zanen,
Utrecht zit in mijn hart. Ik loop er graag, maar vaker fiets ik door de straten, toegestaan of niet. Ik pak soms een bus, ooit een taxi en ik zat in de Utrechtse tram voor een uitwedstrijd van het negende – ik speelde zo slecht dat ik zelfs hier reserve stond – en de tram naar mijn oma in het ziekenhuis. Die hoefde ik gelukkig niet nog een keer te nemen, omdat ze weer naar huis mocht.
Ik leerde in Utrecht autorijden, werd er verliefd, ik zwom bij De Munt, ik studeer op de Uithof en heb gewerkt op de Catharijnesingel, de Voorstraat en in Overvecht. Ik loop graag hard, door de parken in de avond.
Het mooie aan Utrecht is wat het niet is. Geen pretenties: grote gebeurtenissen blijven klein en verbouwingen duren een eeuwigheid. Maar dan opeens staan er complete gebouwen. Er woedt een constante oorlog tussen bussen, pizzabezorgers op elektrische scooters, taxi’s, fietsers en voetgangers. In deze volgorde van hiërarchie. Chaos huist op de Neude, maar in de vroege ochtenduren heerst de stilte. Ik volg de gracht graag. De slagader van de stad.
Deze week ben ik door Utrechts blog IndebuurtUtrecht benoemd tot Utrechter van de week. En die titulatuur neem ik serieus. Uit al die grappige, mooie, verschillende Utrechters mag ik mij er een van de week noemen. Van de stad.
Graag zou ik mijn tijdelijke titel inzetten om bijvoorbeeld een goed Utrechts initiatief te prijzen. Als u komende week nog ergens een te volle agenda heeft en u moet bijvoorbeeld een lintje doorknippen, dan stel ik mij als Utrechter van de Week beschikbaar dit mandaat te dragen.
Als dit niet mogelijk is, dan drink ik – als u dat ziet zitten – graag een kopje koffie met u (maar dan niet uit zo’n klein wit cateringkopje, waarbij de vinger niet door het oortje past – ik word onzeker van deze kopjes, omdat ze niet goed op te tillen zijn). Ik kan dus best een paar goede Coffee to go’s meenemen van het Centraal station. Dat sluit mooi aan op uw kantoor.
Ik heb helaas maar een week deze prachtige titel, maar ik dacht dat een bakje met de burgervader van de stad wel een goede optie zou zijn.
Ik hoor graag van u!
Hartelijke groet,
David
Utrechter van de Week
Een baan creëren
Politici roepen het graag: banen creëren. Ik vind dat een aparte bezigheid. Er zijn mensen aan het werk om werk te maken. Dat wil ik ook wel eens proberen – ik werk graag en als ik dat ook nog kan doen voor een eigen creatie, dan teken ik daarvoor.
Ik stuurde deze week een brief naar PostNL. Het wordt wel eens tijd ze op de hoogte te stellen van mijn project. Bij aanvang heb ik wel een aantal vragen over het sturen van post bij ze neergelegd, maar daarbij heb ik geen vermelding gemaakt van mijn blog.
Ik ben bezig met het plannen van mijn bezoek aan Kyrgyzstan en mijn ontmoeting met Deputy minister of Culture and Tourism Mr. A.Zhamankulov, maar ik wil ook graag in Nederland aan de slag als ambassadeur: namelijk van de brief. En omdat die functie nog niet bestaat, heb ik bij PostNL gesolliciteerd.
Toen ik de Facebookpagina van PostNL bekeek, zag ik vooral veel klachten, het leek me daarom leuk om een aantal keer per brief op Facebookberichten te reageren.
Utrecht, 9 oktober 2016
Betreft: Facebookreactie op berichten PostNL o.a. ‘ik ben kwaad, Ga wat aan jullie service doen want is super slecht vind ik, Ik ben de slechte service grondig beu, De Grootste bulshit!!!!!!!’
Zeer geachte PostNL,
Hiermee wil ik graag per brief reageren op de berichten op uw Facebook-pagina. Ik schrijf de komende tijd namelijk brieven in plaats van een Facebookberichtje achter te laten. Ik reageer daarnaast op het bericht dat PostNL overweegt de prijs van postzegels te verhogen.
Verhoging tarief postzegels
Ik schrok van het bericht dat postzegels duurder worden. Met de verhoging van de prijs van de postzegel zijn de financiële irritaties misschien even verdwenen, maar dit zal slechts een kortdurend effect hebben: als een pleister op een wond die gehecht moet worden.
Het zal wellicht de status van de brief verhogen: ze wordt namelijk met elk jaar dat verstrijkt exclusiever, maar de brief is al speciaal. Dat weet u als moeder van de Post natuurlijk als geen ander, maar wij internetkinderen lijken dit steeds meer te vergeten (of kennen de post niet eens).
U ziet de verhoging misschien als een noodzakelijk kwaad, maar deze is ook van directe invloed op mijn project. Dat leg ik u graag uit en ik hoop dat u de tijd heeft deze brief te lezen. Daarvoor allereerst mijn dank.
Bucketbriefproject
In de afgelopen maanden heb ik namelijk mijn blog gericht op het schrijven van brieven en het heeft mijn leven verrijkt, vooral door de reacties van anderen.
Ik heb dit het Bucketbriefproject genoemd. Het werkt eigenlijk heel simpel. Omdat het mij ineens opviel dat brieven in mijn leven veel hebben opgeleverd: alleen een baan al, maar ook liefde, besefte ik dat brieven heel veel voor elkaar krijgen.
En omdat ik de droom koester de wereld te veranderen, heb ik een Bucketlist opgesteld met (on)mogelijke doelen die ik probeer te bereiken door het schrijven van brieven. En het grappige is dat het werkt.
(…)
Maar juist de kleine berichten maken groot verschil.
In de afgelopen twee weken bijvoorbeeld. Ik fietste naar huis op een zomerse zondag en vanaf een balkon in de straat zong een meisje en speelde gitaar. Ik gooide een kaart met een korte tekst en een bedankje voor het mooie moment en ontving een uitgebreide reactie. Ik stuurde ook foto’s per post naar een nieuwe vriendin in Moskou. Het maakte mijn dag, schreef ze terug.
Woorden maken wel degelijk verschil: en al helemaal op brieven en kaarten. Ze worden dan echt.
Nu spreek ik veel over hetgeen ik schrijf en dat doet er eigenlijk niet zoveel toe. Het zijn namelijk de mooie reacties van anderen die de wereld al een beetje hebben veranderd. Mijn wereld in ieder geval.
We moeten allemaal meer brieven gaan schrijven: omdat we niet meer weten wat we missen. Ik heb geleerd dat de brief als een cadeau door de brievenbus valt, een cadeau van woorden met waarde. Het is verrassend wat ik tegenwoordig door de brievenbus ontvang.
De brief in 2016 manifesteert zich steeds vaker als ‘open brief’ op social media waar ze viral gaan en met een groot publiek achter zich veel voor elkaar krijgen. Mijn brieven gaan ouderwets op de post, al plaats ik deze vaak op mijn blog: om te bewijzen dat ze werken.
Ik schrijf brieven tot ze niet meer bestaan, en als er onverhoopt ooit geen brievenbussen en postbezorgers meer zijn, dan ga ik ze zelf bezorgen. Om mensen te verrassen en te waarderen.
Ik wil u bij deze hartelijk bedanken voor uw goede service, waardoor ik kan blijven schrijven en de wereld kan veranderen.
P.s. ik las ook een reactie van iemand op Facebook onder uw advertentie die klaagde dat u de laatste tijd niet echt zichtbaar bent in reclames e.d. Het staat u natuurlijk vrij mijn blog als uithangbord te gebruiken.
P.s. 2
Als u dit niet zitten, dan zou ik u graag nog de volgende brutale vraag stellen: is het mogelijk te solliciteren naar de nog niet bestaande functie van ambassadeur van de brief? Als ik mijzelf van PostNL zo mag noemen, dan ben ik u eeuwig dankbaar.
Antwoord PostNl hier te lezen. Antwoord van de burgemeester was eerst: ‘ja, we maken een afspraak’ en vier weken later ‘nee, toch geen tijd’.