david – (de) (m) [1988] leest het woordenboek om de zin van het leven te vinden [dãwīdh, betekenis onduidelijk, misschien ‘geliefde’ of ‘oom van vaders kant’] (bijb.), de herdersknaap die Goliath doodde met een steenworp en later koning van het Israëlistische volk werd

Bijna de gedichten van Dale, maar vooral Groningen (16)

Hahaha!

Laat ik beginnen met een gulle lach, dacht ik, dat is beter dan te starten met hetgeen dit stuk werkelijk over gaat: gedichten. Zeg eerlijk, je overweegt nu af te haken he?

Maar het wordt leuk. Over rederijkers, de laat-middeleeuwse gedichtenwedstrijden die ergens doen denken aan een vroege hiphopcultuur en over tien jaar Russische dichtkunst.

Oké, maar eerst even iets anders. Deze stukjes moeten me dus in een toekomst voorzien, maar ik schrijf ze nooit meer. Dat is een beetje dom, maar ik kan er niet zoveel aan doen. Tijdgebrek. Ik ga mijn tijd vanaf volgende week daarom drastisch anders indelen. Drastisch is een overbodig woord, maar wel mooi, dus hij staat in de zin.

Volgende week werk ik zoals elke normale hardwerkende loongnome in Nederland gewoon weer veertig uur. Ik heb een keer geprobeerd mijn baan op te zeggen, maar dan heb je geen geld meer, dus nu werk ik maar zoveel mogelijk.

De nachten van Dale

Daarom ga ik ’s nachts schrijven. Ik dacht elke dag in ieder geval tot 02.00 uur en dan heb je in ieder geval 5 uur slaap. Ergens in een bericht op internet vond ik dat minder dan zes uur slapen de kans op vroegtijdig overlijden met 12 procent vergroot. Het weinige rusten kan leiden tot hartziektes, hoge bloeddruk, diabetes en ernstig overgewicht. Deze aandoeningen leidden vervolgens vaak tot een vervroegde dood.

Dat is dan weer minder. Gelukkig ontbreekt elke fundering voor deze claim en volgens mij is het ook onmogelijk te onderzoeken. Maar ik dwaal af. Serieus, als je gewoon wilt eten en nog mensen gedag wil zeggen in de avond, hoe kun je dan de rest nog doen?

Groningen

Oké, ik overdrijf een beetje. Ik lag afgelopen weekend ook in een hangmat en sliep in een tent op een camping onder de rook van Groningen en ik ontmoette de familie van mijn verkering. Niet in die tent, maar gewoon in woonhuizen. In een dorpje met stadsrechten dat doorsneden is door een rivier met alleraardigste bruggetjes en met een loempiakraam die dienst doet als ontmoetingsplek voor de dorpelingen die er massaal op zaterdagochtend op loempia’s komen kauwen.

In de kerk naast die loempiaontmoetingsplek vond ik een verzameling Dikke van Dale’s uit 1999 in perfecte staat. 2 euro de kaft. Ik kom de Van Dale de laatste tijd overal tegen. Gisteren zei ik gedag aan een collega die ik al een tijd niet meer had gezien en in haar dossierkast zag ik er ook drie staan. Oud lettertype, verweerde kaften. “Dat moet de editie van 1984 zijn”, zei ik en controleerde de binnenkant. Inderdaad. 1984.

Enigszins verwonderd vroeg ze naar de herkomst van die kennis. Ik legde uit dat ik had besloten schrijver te worden en het hele woordenboek te lezen als een soort zelfstudie.

Ik had gewoon een logische overgang geschreven, maar nadat ik hier allemaal zinnen heb om lopen te gooien en al een week bezig ben met een paar alinea’s, laat ik het maar. Terug naar de kerk…

Ik liet die gave Van Dale’s natuurlijk op de kerktafel liggen, maar mijn verkering wees naar een Nederlandse Encyclopedie uit 1941.

‘Voorbericht. Dit handboek is ontstaan uit de drang, om ons volk van dienst te zijn.’ Zo begint het. Zo’n boek laat je niet liggen. Er spreekt een daad van verzet uit deze eerste zin van Kornelis ter Laan (1871 – 1963).encyclopedie

Een dikke vegetarische loempia, koffie en taart zwaarder en twee euro lichter, verbleef ik later die dag en eigenlijk de rest van het weekend in de rook van Groningen zelf. Bij een andere tak van verkeringsfamilie. De rook begon kennelijk op mijn longen te werken, want mijn stem was ik een dag later kwijt.

Als je verkering hebt, kom je op een gegeven moment voor de uitdaging te staan dat je een indruk achter gaat laten bij de naaste verwanten van je vriendin. In een kroegje in Groningen verloor ik naast mijn stem ook veertien potjes kaarten. Nu weet ik niet goed of ik bij haar vrienden de indruk van een heer of die van een joker achterliet.

Maar terwijl ik de hele tijd probeerde een goede indruk achter te laten in het noorden van het land, verloor ik deze pas echt in het zuiden, omdat ik de verjaardag van mijn neefje voorbij liet gaan zonder enige felicitatie. Het is ook niet uit te leggen dat je er wel elke keer aan dacht, maar dat het dan opeens de volgende dag is. Je neefje niet feliciteren is ongeveer tienduizend keer vervelender dan een lekke band, omdat je een lekke band meestal na een hoop gepriegel wél kan repareren.

Op zondagmiddag zetten we een tent op in de tuin en lees ik verder in de Dikke van Dale. Over gedichten. Omdat er in het midden van hoofdstuk A vaak verwijzingen naar gedichten voorkomen, is het tijd voor een nadere beschouwing van deze bijzondere gedichtenmengelmoes.

Alhoewel, ik heb zoveel te zeggen over die gedichten dat ik daar de komende nachten voor ga gebruiken. Blijf wakker of zet je wekker, want ik heb de moeder aller allitteraties gevonden in een jaarboekje uit 1872 en dan kom ik ook terug op de andere beloften uit de inleiding.

Dit is een vreemd stuk tekst geworden, maar het staat er nu.

 

© david 1988