Cacaofantasie is een eufemisme voor nepchocolade. Producten die minder dan 35% cacao bevatten, mogen volgens de Nederlandse Warenwet geen chocolade heten, maar wel melkchocolade met cacaofantasie. Je vindt het in de koetjesreep, hagelslag en in de kindersurprise. Waar komt het vandaan?
Cacaofantasie is ooit bedacht door een slimme marketingboon. Ze mochten het product niet ‘cacao’ noemen, omdat het er nauwelijks in voorkwam, dus dat werd ‘cacaofantasie’. Het verbaast me dat deze constructie niet veelvuldig gebruikt is. Voor het aan de mens brengen van allerlei pretentieuze, slappe surrogaten: kipfantasie voor de plofkip, vruchtensapfantasie voor sapconcentraten, democratiefantasie voor de overheid.
De koetjesreep is vaandeldrager van cacaofantasie. Trots prijkt het op de verpakking (meer zit er ook echt niet in, alleen cacaofantasie zelf heeft ook weer ingrediënten). De rare smaak van die repen is een totale cacaofantasie en de grootste nachtmerrie van echte cacao. Het is lang geleden dat ik er een at, maar ze smaken als de huiskamer van wijlen mijn oma.
de juridische achtergrond van cacaofantasie
Om iets meer over de herkomst van het woord cacaofantasie te weten te komen, speurde ik in de etymologiebank, maar zonder resultaat. De meest actuele wet- en regelgeving bood ook geen uitsluitsel. In de smakelijke Warenwet besluit cacao en chocolade vond ik ook geen vermelding.
Ik had graag de vergaderingen over deze wet bij willen wonen – waarschijnlijk waren er elke keer bonbons. Of een motie indienen over pralinés en ophef maken over de belachelijk lage prijs van zeebanket (dat verdenk ik ook van grote hoeveelheden cacaofantasie). In de richtlijn nr. 2000/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2000 inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie wordt ook niet gerept over cacaofantasie. Of misschien wel, maar dan ben ik dat vergeten.
een fantasienaam voor gore chocolade
In de Internationale Cacao-Overeenkomst 1993, wordt cacaofantasie wel genoemd: ‘De vermelding «imitatiechocolade» of «cacaofantasie» bij en/of op het product is voor deze soort verplicht. In algemene zin mogen producten die niet voldoen aan de gestelde eisen uit de Europese richtlijn, geen chocolade heten en moeten een (willekeurige) fantasienaam dragen.’
Producten die niet voldoen aan de Europese eisen van een richtlijn (hoe kan een richtlijn eisen stellen?), mag je dus met een willekeurige fantasienaam wel verkopen. Dat biedt ontzettend veel mogelijkheden om goedkope nepchocola op de markt te brengen met coole namen. Helaas ontbrak het Douwe Egberts aan enige inventiviteit, die kwamen gewoon met Cacao Fantasy op de proppen. Kinder doet dat een stuk beter: die noemt het gewoon Superieure melkchocolade.
de chocoladefabriek uit 2000
Over de herkomst van het woord kan ik geen uitsluitsel geven. De eerste vermelding van cacaofantasie stamt uit een parlementair verslag uit de jaren zestig, maar verder kan ik er niets over vinden. En toen kwam ik toevallig op een vreemde website terecht van een chocoladefabriek in Amsterdam die er nooit is gekomen en dat was ook teleurstellend, want ik heb een hele virtuele rit in een applicatie uit 2000 watertandend uitgezeten.
Cacao bestaat in ieder geval wel
Vervolgens ben ik naar een winkel in Utrecht gegaan die Cacao heet en daar heb ik heel veel bonbons gekocht. Achter in de winkel staan een paar machines die gesmolten chocolade omwentelen en soms ga ik daar naar binnen om gewoon een tijdje te kijken. “Ik wil mijn hoofd erin stoppen,” zei ik en iemand in de winkel lachte. “Je bent niet de eerste met die wens,” zei de vrouw achter de bonbonbalie.
Toch nog een echte cacaofantasie.