david – (de) (m) [1988] leest het woordenboek om de zin van het leven te vinden [dãwīdh, betekenis onduidelijk, misschien ‘geliefde’ of ‘oom van vaders kant’] (bijb.), de herdersknaap die Goliath doodde met een steenworp en later koning van het Israëlistische volk werd

Met de apenbillen bloot: een winkelverbod van twintig jaar (5)

Goeiegezegdesmorgen,

Even los van De Dikke van Dale; gisteren heb ik het grootste gat in de historie van mijn bestaan in een dag geslapen. Noem het gerust een krater, of een meteoriet die naast dinosaurussen ook de tijd wegvaagt. Ik lag om negen uur ’s ochtends in bed en werd om zeven uur ’s avonds wakker. Naar de stad gefietst, terwijl de zon alweer bezig was met aftreden, en mijn wallen door de frisse avondwind laten klapperen.

Het meest opmerkelijke moment van de dag die binnen een uur een avond werd, was een vrolijke dakloze die in een hoekje naast de supermarkt ging staan, zijn blaas leegde, en vervolgens alsof het een grootse prestatie was, riep: “Muntjeeeeeee?!” Ik had hem er graag een willen geven, ware het niet dat ik én geen muntje had, én hij zijn handen niet waste.

De dakloze die ik daarvoor tegenkwam ín de supermarkt, liep grommend achter me langs en stond voor me in de rij bij de kassa omdat ik niet kon kiezen tussen ongebrande cashewnoten of walnoten.

Op de counter stond een achttal halve liters en een six-pack speciaal bier. Een wonderlijke combinatie die hij op geen enkele manier kon betalen. “Mag ik dan een pakje shag proberen? De zilveren. Zwaar.”

Geen saldo. Zijn broek zakte van twee magere billen, een spleet verscheen. De winkelmanager deed dat ook, verschijnen. Hij had mooie schoenen aan. Zijn broek zat strak om de kont.

“Dit is niet de bedoeling. Je kunt dingen niet pakken en ze dan niet betalen. Volgende keer krijg je een winkelverbod opgelegd. Van twintig jaar. Dit is niet normaal.”

De man hoorde het aan. Zijn gestalte had iets van een kinderglijbaan in een speeltuin naast een ouderencentrum. “Het is maar hoe je normaal ziet,” antwoordde hij, en gleed de winkel uit.

Goed punt. Als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen, dacht ik. Als hij zo’n straf aan zijn broek krijgt, dan kan hij niet meer lopen.

Buiten zocht ik hem nog, omdat hij misschien mijn cashewnoten en walnoten kon gebruiken. Ik snapte namelijk heel goed dat hij niet had kunnen kiezen tussen speciaalbier en goedkoop bocht. Gelukkig vond ik mijn pinpas in de broekzak, anders hadden we erg veel op elkaar geleken (en dan had er ook een straf van twintig jaar boven mijn hoofd gehangen).

Een dakloze leunt tegen een muur en tikt op een kleine djembé. Zonder enig ritme. Alles naar den aard, maar geen stuk op de plaats. Ik denk dat er nooit een liedje uitkwam.

Als je de dag kwijt bent, dan blijft alleen de nacht. En billen. Apenbillen.

Bladzijde 38 Aap

Toevallig las ik laatst een stuk over de veranderende betekenis van ‘aap’ (kan het helaas niet terugvinden). De aap werd vooral gekarakteriseerd als een dom dier, maar we zijn het zoogdier steeds meer gaan bewonderen. Dat verschil is goed te zien in de Dikke van Dale.

Aap nu: bep. vierhandig, hoog ontwikkeld zoogdier
Aap in 1999: vierhandig zoogdier van de onderorde Anthropoidea van de orde der primaten: de aap lijkt in uiterlijk en in sommige handelingen veel op de mens en geldt daarom (als karikatuur) voor lelijk en ook als boosaardig (…). 

Maar nog meer aan de enorme hoeveelheid (fantastische) spreekwoorden waar apie een rol in speelt.

Een aangeklede aap, een aap van een jongen, de aap die uit de mouw komt. Maar nog mooier:

  • Hij haspelt ermee als een aap in een lint- (of garen)winkel
  • Men moet een oude aap geen muilen of smoelen leren trekken
  • Nou zul je een aap zien neuken
  • Wat ga je doen! Ik ga de aap vlooien en jij kunt de zak ophouden
  • Een klap van een lamme aap krijgen

a.a.p. is in België een afkorting voor assisterend academisch personeel.

Aapjesparels

En in het verlengde van aap-, nog een paar parels.

Aapjeskoetsier: de koetsier van een aapje
Aapjessnuif: sterke snuif met veel nieskruid
Aapjesorkest: orkestje van op muziek bewegende namaakaapjes (op een pierement).

Nu moest ik meteen denken aan het museum in Utrecht waar ik al jaren om moet lachen met een vriend, maar waar we nooit kwamen: het museum van speelklokken en pierementen.

Misschien hebben ze er wel een aapjesorkest. Het heet nu overigens Museum Speelklok. Dus om de naam valt niet meer te lachen, en het schijnt daadwerkelijk een super leuk museum te zijn.

Geachte heer/mevrouw,

Ik ben in het kader van een project om mijn woordenschat te verbreden de Dikke van Dale van a tot z aan het lezen, en ben nu aangekomen bij aapjesorkest. Ik las dat dit een orkestje is van op muziek bewegende namaakaapjes (op een pierement). En nu vroeg ik me af of er in uw museum ook een dergelijk aapjesorkest te bewonderen valt. Dan kom ik namelijk zeker een keer langs!

Hartelijke groet!

Aardappel

Vanavond eet ik allemaal dingen van de aardappelvarianten die op bladzijde 40 van De Dikke Van Dale worden beschreven; ik ben nog bezig met de voorbereidingen. Ik las How to Take Mouth Watering Shots of Food, en dat resulteerde in zand in mijn bed.

aardappelbier
Dit wordt aardappelsoep met een aardappelbiertje

 

© david 1988